Huidproblemen bij de hond komen vaak voor. Hoewel de klachten vaak op elkaar lijken, kunnen de oorzaken heel divers zijn.
Veel voorkomende klachten zijn:
· Jeuk: krabben, ergens langs schuren, likken, schudden met kop, knabbelen/bijten aan bijvoorbeeld pootjes
· Rode huid, puistjes, korstjes
· Kaalheid
· Schilfers in de vacht
· Vettige en/of doffe vacht
· Muffe geur
· Verkleuring van de vacht op plaatsen waar veel gelikt wordt
Veel voorkomende oorzaken van huidproblemen zijn:
· Parasitaire infectie: vlooien, demodex of schurft
· Allergie: voedselallergie en/of atopie
· Schimmels of gisten
· Hormonale afwijkingen
Parasitaire infectie:
Vlooien: Vlooien veroorzaken een hinderlijke jeuk, als de vlooien bijten dan irriteert dit. Je ziet dat de hond opeens omdraait en in de vacht bijt of hij zichzelf krabt met de achterpoten. Door het krabben raakt de huid geïrriteerd en kan de hond kaal worden. Sommige honden hebben een vlooienallergie, waardoor de jeuk en de huidklachten veel sneller optreden en heftiger zijn. Gelijkaardige klachten zien we terug bij de kat.
Vlooien kunnen eitjes van de lintworm bij zich dragen. Als een hond of kat een besmette vlo opeet kan daaruit een volwassen lintworm ontstaan. Ook kinderen kunnen zich, door contact met hun besmette dierenvriend, met een lintworm besmetten.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken speelt een groot deel van de levenscyclus van de vlo zich af buiten het huisdier. Alleen de volwassen vlooien vinden we terug op de hond of kat. De eitjes, larven en poppen bevinden zich in de omgeving. Het gevaar zit dus in de duizenden eitjes en larven die zich schuilhouden in het tapijt en tussen de plinten. Hieruit blijkt dat alleen de bestrijding van de volwassen vlo onvoldoende is en dat de behandeling van de omgeving een essentiële rol speelt bij de vlooienbestrijding.
U kunt thuis met een vlooienkam controleren of uw hond vlooien heeft. Levende vlooien zijn klein, donkerbruin en kunnen springen. Vlooienontlasting ziet eruit als zwarte korreltjes, die oplossen tot een bruin-rood vlekje als u ze op een stukje keukenrol nat maakt.
Demodex: Demodex of jonge hondenschurft is een mijt die van nature voorkomt in de huid van de hond. Bij jonge honden en honden met minder weerstand kan hij zich ongebreideld uitbreiden en irritatie veroorzaken. Demodicose is vaak gelokaliseerd op de kop en de poten. Het begint met kale, wat rode plekjes die kunnen jeuken. Af en toe blijft de jeuk achterwege. In een later stadium kunnen er korstjes ontstaan en kan de huid schilferen. Af en toe is er sprake van uitgebreide kaalheid en ontsteking, die gepaard gaan met veel jeuk.
De demodexmijt is gastheer-specifiek. Dat wil zeggen dat de mijt niet van de hond naar de kat of de mens overloopt.
Door middel van een huidafkrabsel stellen wij de diagnose demodicose. Met een speciaal scherp lepeltje krabben we een dun huidlaagje af en bekijken dit onder de microscoop. De mijten lijken een beetje op een ouderwetse bolknak sigaar met pootjes.
Schurft: Scabies of echte schurft wordt veroorzaakt door de sarcoptesmijt, welke gangetjes in de huid graaft. Dit veroorzaakt veel jeuk. Bij de hond treden de problemen vooral op aan de hakken, oksels, ellebogen en heupen. Ook de ooglidranden kunnen betrokken zijn. In een later stadium kan het hele lichaam geinfecteerd raken.
De sarcoptesmijt kan ook overlopen naar de mens, vaak zie je rode plekjes op de armen. Door de jeuk aan de armen zal er veel gekrabt worden. In dat geval is een bezoek aan de huisarts nodig om de diagnose te stellen. De mijt is gelukkig niet in staat zich voort te planten op de mens en de infectie loopt dood: na een week of 4 zal de infectie over zijn.
De diagnose schurft of scabies wordt gesteld als er in een huidafkrabsel mijten worden aangetroffen onder de microscoop. Soms zijn de mijten niet te vinden, maar wijzen de symptomen wel op schurft. In dat geval wordt toch de therapie ingezet.
Allergie:
Voedselallergie: Sommige honden kunnen een allergie ontwikkelen tegen bepaalde bestanddelen in het voer. Bij honden treedt deze allergie vaak op voor het 1e levensjaar. Het wordt gekenmerkt door jeuk, gevolgd door geïrriteerde huid op de buik en de ellebogen. In een later stadium kunnen meerdere lichaamsdelen meedoen. De diagnose wordt gesteld door middel van een speciaal strikt an-allergeen dieet. Gedurende minstens 8-10 weken wordt uitsluitend dit dieet gegeven (en dus geen tussendoortjes!). Wanneer er gedurende deze tijd verbetering gezien wordt hebben we al een sterke aanwijzing dat het inderdaad om een voedselallergie gaat. Als na een “challenge” met de vorige voeding de klachten weer toenemen, is de diagnose gesteld.
Een voedselallergie kan ook deel uitmaken van een complexer geheel, samen met atopie of vlooienallergie. Met een voedseltest zullen de klachten in dat geval afnemen, maar niet volledig verdwijnen.
Atopie: Atopie is een verzamelnaam voor huidproblemen die veroorzaakt worden door allergische reacties. Een andere term is atopische dermatitis. Bepaalde rassen zijn hiervoor gevoelig: o.a. West Highland White terrier, Duitse herder, Boxer, Golden retriever, Labrador retriever. Het principe van atopie is te vergelijken met hooikoorts bij de mens. Bepaalde allergenen (graspollen, huisstof-mijten) worden ingeademd en de hond gaat hier heftig op reageren. Niet zoals bij mensen met snotteren en niezen, maar met jeuk en huidproblemen. Vaak zijn de klachten veroorzaakt door pollen seizoensgebonden. Bij 75% van de atopische honden beginnen de klachten al op jonge leeftijd (jonger dan 3 jaar). Deze honden hebben steeds last van periodes met jeuk en huidontstekingen. Het kan seizoensgebonden (pollen) maar ook gedurende het gehele jaar zijn.
Atopie bij de hond gaat gepaard met veel jeuk. Vooral bij honden met een lichte vacht zie je dat door het likken aan de poten de vacht verkleurd. Kale plekken rond de ogen, de poten en ellebogen zijn kenmerkend voor atopie.
Wordt de allergie chronisch (= steeds terugkerend
of langdurig aanwezig) dan kan een verdikking van de huid optreden en de huid kan zwart
verkleuren. Dit noemen we een zogenaamde olifantenhuid.
Omdat de binnenkant van de oorschelp met huid bekleed is, komt nogal eens een chronische oorontsteking voor.
Het stellen van de diagnose atopie is pas het begin. De meeste tijd zit in het uitzoeken van de beste strategie en onderhoudsbehandeling voor elke hond apart. Niet elke hond reageert hetzelfde, niet elke hond heeft dezelfde (combinatie)allergie. Dit betekend vaak dat we stap voor stap met u bekijken welke therapie het beste is voor uw hond.
Schimmels:
Indien er een kalige ronde plek met wat schilfering op de huid aanwezig is dan moet er aan een schimmelinfectie of ringworm gedacht worden. Schimmels, zoals Microsporum of Tricophyton, zie je vaak bij honden met verminderde weerstand. Bij iets oudere letsels groeit het haar in het centrum van de kale plek weer terug, waardoor je een zogenaamd “targetletsel” ziet. Een schimmelinfectie jeukt niet altijd.
Schimmelinfecties vallen wel onder de zoönoses, dat wil zeggen dat ze overdraagbaar zijn naar de mens.
De diagnose stellen we door een plukje haar van de aangetaste plekken op een voedingsbodem te enten om de eventueel aanwezige schimmel te kweken. Bij een positieve test verkleurd deze voedingsbodem na enkele dagen.
Gisten:
Gisten kunnen een rol spelen bij huidproblemen. Wanneer als gevolg van jeuk de hond de huid kapot krabt, kunnen gisten de kans krijgen om te gaan woekeren. De meest bekende gist bij honden is Malassezia. Deze gist gaat gepaard met een typerende, muffe geur. Een Malassezia infectie is altijd een secundaire infectie. Dat wil zeggen dat er een ander probleem aan ten grondslag ligt, bijvoorbeeld atopie. Een woekering van deze gisten wordt vastgesteld door de aanwezigheid van de typische geur en een microscopisch onderzoek.
Hormonale
afwijkingen:
De belangrijkste
“hormonale” huidaandoeningen worden veroorzaakt door een slecht werkende schildklier of door de ziekte van Cushing. Vooral slechte vacht en kaalheid worden gezien als klachten bij deze
aandoeningen. Door middel van bloed- en urineonderzoek is te achterhalen wat de oorzaak is van de kaalheid.
Hypothyreoidie (slecht werkende schildklier): bij een slecht werkende schildklier zie je een wat slomere, dik geworden hond met symmetrisch kale flanken.
Ziekte van Cushing (hyperadrenocorticisme) bij oudere honden zien we dat de honden dunner behaard raken, wat dikker en slomer worden en daarbij veel drinken en plassen. Dan moet er aan de ziekte van Cushing gedacht worden.