Vaccineren: waartegen en waarom?

Regelmatig vragen eigenaren ons waartegen en waarom we eigenlijk honden en katten vaccineren. En met recht, als baasje wil je toch graag weten wat er in je lieve maatje gespoten wordt.

Daarom hier een stukje uitleg over het wat en waarom.

Uiteraard staat het vaccineren niet op zich, tijdens de consultatie wordt uw huisdier grondig nagekeken. Afhankelijk van dat onderzoek, de leeftijd en leefomstandigheden van uw huisdier volgt er een vaccinatie-advies.

 

Hieronder leggen we uit welke vaccinaties er zijn en welk vaccinatieschema het meest gebruikelijk is.

 

In de vaccinatierichtlijnen maakt men onderscheid tussen “core-“ en “non-core”-vaccinaties. Met “core” bedoelt men vaccinaties tegen potentieel dodelijke ziekten, “non-core” staat voor vaccinaties tegen ziekten die ofwel niet dodelijk maar wel erg besmettelijk zijn, ofwel vaccinaties tegen ziekten die in bepaalde gevallen wettelijk verplicht zijn.

Vaccinaties HOND:

Tot de “core”-vaccinaties behoren de vaccins tegen:

·    Parvo: dit is een zeer besmettelijk virus, helaas ook zeer resistent in de omgeving en daardoor dus ook besmettelijk door “secundair contact”, het virus kan via kleding, schoeisel en voorwerpen overgebracht worden. Het virus veroorzaakt braken, bloederige diarree, uitdroging en zeker bij pups vaak sterfte.

·        Distemper (hondenziekte): deze ziekte kent in het begin een relatief mild verloop met koorts, verlies van eetlust, braken, diarree, hoesten en ontstoken ogen wat vaak uitmondt in aanvallen die lijken op epilepsie en zelfs sterfte.

·         Leptospirose: de bacteriën die leptospirose en de ziekte van Weil veroorzaken bevinden zich in urine van ratten en andere knaagdieren. De ziekte uit zich in bloedvergiftiging, acuut nierfalen, leverfalen, bloedingen en nerveuze verschijnselen. Deze ziekte is overigens overdraagbaar naar mensen!!

·         canine adenovirus (veroorzaakt besmettelijke hepatitis): symptomen die voorkomen bij hepatitis zijn braken, koorts, bloedingen, geelzucht, erge buikpijn, soms oogproblemen en sterfte.

De gangbare “non-core”-vaccinaties zijn tegen kennelhoest en rabiës en Lyme-disease:

·        kennelhoest: deze heftige bronchitis wordt veroorzaakt door meerdere ziekteverwekkers, zoals canine para-influenza virus en de bacterie Bordetella bronchiseptica. Door het besmettelijke karakter lopen vooral honden die vaak met andere honden in contact komen kans op besmetting. Denk hierbij aan drukkere uitlaatplaatsen, cursussen, kennels, hondenshows. Zoals de naam al doet vermoeden hoesten de zieke honden heel hard en hebben ze vaak een keelontsteking. Bij honden met verminderde weerstand, zoals pups, is er een risico op longontsteking.

·        Rabiës: deze gevaarlijke ziekte verloopt altijd dodelijk, er is geen behandeling voor. Deze ziekte is overdraagbaar naar en ook dodelijk voor mensen. Nederland is officieel hondsdolheid-vrij, maar bij elke grensovergang is het wettelijk verplicht dat uw hond tegen hondsdolheid ingeënt is. Honden die echt alleen maar in Nederland verblijven hoeven dus niet perse tegen hondsdolheid ingeënt te worden, vandaar dat deze vaccinatie behoort tot de “non-core”-groep.

·       Lyme-disease: de ziekte van Lyme wordt overgedragen door teken. Ook honden kunnen deze ziekte krijgen. De kenmerkende rode ring rond de tekenbeet is bij honden zelden tot nooit aanwezig als verklikker. De ziekte kan zich met gewrichtspijnen en koorts openbaren, soms jaren na infectie. Een goede tekenpreventie is het allerbelangrijkste ter voorkoming van besmetting. Dagelijks controleren van uw hond en een goed product om teken die bijten zo snel mogelijk te doden zijn absoluut noodzakelijk. Honden die desondanks toch regelmatig een teek hebben kunnen gevaccineerd worden tegen de ziekte van Lyme.

 

Vaccinatieschema HOND:

Als pup krijgt uw hond minimaal 3 vaccinaties in de eerste 12 weken. We beginnen met de puppy-DP op 6 weken ouderdom. De D staat voor Distemper, ook wel hondenziekte genoemd. De P staat voor parvo.

Op een leeftijd van 9 weken krijgt de pup een vaccinatie tegen de ziekte van Weil, parvo en liefst ook tegen kennelhoest. Dit door middel van 1 injectie (Weil en parvo) en een neusdruppel (kennelhoest).

Met 12 weken komt de hond in principe de laatste keer als pup en krijgt hij of zij de grote cocktail: ziekte van Weil, parvo, hondenziekte en HCC (hepatitis).

Als de hond 1 jaar oud is, geven we hem of haar nog een keer de grote cocktail, daarna gaan we alterneren. De grote cocktail biedt dan namelijk voor het overgrote deel van de populatie minimaal 3 jaar bescherming. De immuniteit tegen Leptospirose (de ziekte van Weil) en kennelhoest daarentegen houdt maar een jaar aan. Daarom raden we aan uw hond toch jaarlijks te laten nakijken en vaccineren.

Voor een volwassen hond houdt dit in: 1x grote cocktail en kennelhoest, daarna 2x leptospirose en kennelhoest en dan weer de grote cocktail en kennelhoest.

 

Honden die de grens overgaan moeten minimaal 3 weken voor grensovergang gevaccineerd zijn tegen rabiës. Deze vaccinatie mag vanaf een leeftijd van 12 weken gegeven worden. Vandaar dat geïmporteerde honden minimaal 15 weken oud zijn voor ze Nederland binnen mogen komen.

Vaccinaties KAT:

De “core”-vaccinaties voor de kat bestaan uit vaccins tegen:

·         Panleukopenie: ook wel Kattenziekte genoemd en de parvo-variant bij katten. De symptomen lijken veel op die van parvo bij de hond en er treed snelle sterfte op, soms zelfs zonder verschijnselen. De kittens kunnen al in de baarmoeder besmet worden, met abortus of neurologische verschijnselen tot gevolg.

·         Feline calicivirus: één van de ziekteverwekkers in het niesziekte-complex. Dit virus is redelijk resistent in de omgeving, wat nieuwe besmettingen in de hand werkt. Bij besmetting met calici ziet met letsels op de tong en gehemelte, longontsteking, erge keelpijn, ontstoken ogen, neusuitvloeiing en zwellingen aan de kop.

·         Feline herpesvirus: dit virus is ook een belangrijke speler in het niesziekte/complex. Het veroorzaakt ernstige ontstekingen aan ogen en neus, niezen, algehele malaise en kwijlen.

De “non-core”-vaccinaties zijn vaccinaties tegen:

·         Bordetella bronchiceptica: deze bacterie veroorzaakt meestal milde symptomen van de niesziekte, vooral niezen, hoesten en een vieze neus zijn kenmerkend. Honden met kennelhoest kunnen katten aansteken en vise versa. Gezien het besmettelijke karakter is het aan te raden om katten die veel in contact komen met honden of andere katten te vaccineren met de Bb vaccinatie. Dit gaat door middel van een neusdruppel. Denk hierbij aan katten die naar een show gaan, in een catterie wonen of bij pensiongang.

·         Rabiës: hiervoor geldt hetzelfde als beschreven bij rabiës bij de hond.

 

Vaccinatieschema KAT:

Uw kitten krijgt zijn of haar eerste vaccinatie op een leeftijd van 9 weken, daarna opnieuw als hij of zij 12 weken oud is. Bij beide vaccinaties wordt hij of zij ingeënt tegen feline panleukopenie, feline herpesvirus en feline calicivirus.

Op 1 jarige leeftijd krijgt uw kat nogmaals deze zogenaamde grote cocktail. Daarna gaan we ook bij de kat alterneren: 2x de kleine cocktail (tegen feline herpesvirus en feline calicivirus) en dan weer de grote cocktail.

De Bb vaccinatie biedt gedurende een jaar bescherming en dient minimaal 72 uur voor pensiongang o.i.d. gegeven te worden.

Katten die de grens overgaan moeten wettelijk gezien minimaal 3 weken voor grensovergang gevaccineerd worden tegen rabiës. De regels hiervoor zijn dezelfde als bij de hond.

 

 

Waarom vaccineren?

 

Uiteraard draait “het enten” niet alleen om de vaccinatie die uw huisdier nodig heeft. Voorafgaand wordt hij of zij onderzocht. Zo wordt het gebit nagekeken, iets wat u als eigenaar waarschijnlijk niet dagelijks doet. Als nodig kan dan een gebitsanering aangeraden worden. Bij oudere dieren is er de mogelijkheid om als extra controle een bloedonderzoek te doen om met name lever- en nierwaarden te controleren. Ook luistert de dierenarts naar het hart en wordt de buik nagevoeld, allemaal om “verborgen gebreken” in een zo vroeg mogelijk stadium te detecteren en behandelen.

 

We kunnen gelukkig zeggen dat verscheidene ziekten waartegen we vaccineren haast niet meer voorkomen in Nederland. Zo zien we nog maar zelden een geval van hondenziekte en besmettelijke hepatitis en is Nederland officieel vrij van hondsdolheid. Waarom dan toch die vaccinaties?

 

Als een hond niet gevaccineerd wordt, is hij of zij niet beschermd tegen een ziekte als hij of zij daarmee in contact komt en zoals u gelezen heeft kan dit fataal aflopen. De ziektes kunnen vrij gemakkelijk weer in Nederland geïntroduceerd worden door de import van honden uit landen waar de ziektes wel nog veel voorkomen. Denk hierbij aan pups uit Oostbloklanden die wettelijk gezien meestal legaal naar Nederland komen, maar in het kader van dierenwelzijn en gezondheid niet in orde zijn. Zo’n ziekte uit zich niet altijd meteen in klinische symptomen, terwijl de zogenoemde drager wel al andere dieren kan besmetten.

Ook als uw hond niet direct in contact komt met een drager is er gevaar voor besmetting, bijvoorbeeld via ontlasting op een uitlaatveldje. Misschien neemt u uw huisdier wel mee op vakantie naar een land waar een ziekte als hondenziekte nog regelmatig voorkomt.

Katten die uitsluitend binnen blijven hebben minder kans op besmetting met kattenziekte of niesziekte, maar lopen toch zeker wel risico. De ziekteverwekkers kunnen namelijk ook met u als eigenaar mee naar binnen gebracht worden, via uw schoenzolen of kleding. Vlooien kunnen ziektes als de kattenziekte overbrengen.

 

Zoals u gelezen heeft beschermen de vaccinaties van met name de hond niet alleen de hond, maar ook de baas. Leptospirose en rabiës zijn besmettelijk voor de mens. Zeker mensen met een verminderde weerstand (kleine kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met bijvoorbeeld HIV) zijn erg gevoelig voor ziekten en ook hen gunnen we een veilig knuffeldier.

 

Zoals u ziet zijn er genoeg redenen om toch jaarlijks met uw huisdier naar de dierenarts te gaan voor de “jaarlijkse prik”.

 

Het is op populatieniveau gezien voldoende om honden en katten 1x per 3 jaar te vaccineren tegen parvo, hondenziekte, besmettelijke hepatitis of respectievelijk kattenziekte. Tegen leptospirose, kennelhoest, Lyme-disease en respectievelijk niesziekte is een jaarlijkse vaccinatie aangewezen.

U kunt als eigenaar ervoor kiezen uw hond of kat niet volgens dit schema te laten vaccineren, maar een meer op uw huisdier individueel afgestemd schema te volgen. Dit kan door middel van een titerbepaling van de antistoffen in het bloed van het huisdier: de VACCI CHECK. Voor honden bestaat de mogelijkheid te titreren op antistoffen tegen besmettelijke hepatitis, parvo en hondenziekte. Bij katten kunnen we antistoffen tegen kattenziekte titreren. Als na titratie blijkt dat de antistoffen tegen deze ziekten nog voldoende hoog zijn, kan de vaccinatie tegen deze ziekten uitgesteld worden tot de titer onder een bepaald niveau zakt.

 

Dit titreren is raadzaam bij dieren die een overgevoeligheidsreactie doormaken na vaccinatie of als u als eigenaar dit op prijs stelt. Voor er bloed wordt afgenomen voor de antistoffen-bepaling wordt uw huisdier uiteraard onderzocht zoals bij een vaccinatie.